Wat een goed artikel verscheen in de Volkskrant op 4 december jl. Je kunt het hier lezen. Zo ontzettend herkenbaar voor iedereen die met kanker of een ernstige ziekte te maken heeft gekregen. Het gaat over de goedbedoelde maar vaak ook lompe opmerkingen waarmee je te maken krijgt vanuit je omgeving als je kanker hebt (gehad).

Tijdens het coachingtraject komt eigenlijk altijd het onderwerp voorbij dat je omgeving opeens zo anders op je reageert als je vertelt dat je kanker in je leven is gekomen. Je gaat ervan uit dat alle opmerkingen uit een goed hart komen en niet kwetsend bedoeld zijn, maar toch… ze komen niet altijd goed over en kunnen zelfs pijn doen. Ik leg mijn cliënten vaak uit dat je meteen na de diagnose er van je verwacht wordt dat je een communicatie-expert wordt. Hoe ga je optimaal communiceren met je arts, iemand die je nog helemaal niet kende en die jou niet kent en die nu voor jou gaat zorgen. Durf je je vragen te stellen aan iemand die je het gevoel geeft eigenlijk geen tijd te hebben.  Durf je kritisch te zijn? Durf je aan te geven wat jóuw wensen zijn? Of dat je iets helemaal niet ziet zitten?

En dan communicatie-expert in je persoonlijke omgeving…  wie vertel je wat? Je hoeft toch niet zo in detail te treden bij een buurvrouw als bij je beste vriendin? Wat doe je met impertinente of nieuwsgierige vragen? Wat vertel je op je werk? Hoe praat je met je kinderen? En dit is lang nog niet alles wat er op je af kan komen. WOW! Wat is het ontzettend veel wat er van je gevraagd wordt. En hoe ga je daarmee om?

Natuurlijk kan ik nu gaan vertellen dat ik je erbij kan helpen om dit voor jezelf in goede banen te leiden en hoe je die communicatie-expert kan worden, maar eerst wat voorbeelden uit mijn persoonlijke dossier:

Bij de chirurg: “Dokter, waarom moet er nu toch zo heftig behandeld worden?” “Omdat het MOET mevrouw.” (en hij liep de kamer uit) Daar zat ik, halfnaakt met al mijn vragen.

“Ik zag je korte haren en toen ben ik maar eens gaan rondvragen in het dorp en toen hoorde ik dat je kanker hebt. Meid, wat errug voor je!”

Terug op het werk, eenmaal zonder pruik zei de conciërge: “Ik vond je langere haar je toch leuker staan”.  Ik soort van vrolijk: “Ik ook!”

14 jaar na diagnose: “mijn achterbuurvrouw heeft  OOK borstkanker” (Dat woordje ook, hè…., hoppa je hebt dus nog steeds dat stempel op je voorhoofd. )

Midden in de chemo zitten, 2 jonge kinderen overeind houden, amper op je benen kunnen staan en dan horen: “Mijn achternicht heeft ook borstkanker, maar die heeft het veel zwaarder te pakken dan jij, dan bof jij maar.”

De klassieker: “Maar ik kan ook onder de bus komen, hè?” (Ja.. dat klopt maar bij alle ellende kan ik dat óók nog eens…)

Het laatste wat ik wil bereiken met dit te delen is medelijden, maar ik hoop wel wat meer begrip te kweken. Ik weet echt 100% zeker dat iedereen die te maken krijgt met borstkanker ook te maken krijgt met onhandige opmerkingen als deze of als in het artikel. Met als klap op de vuurpijl natuurlijk “Meid, wat zie jij er goed uit!!” terwijl je jezelf in de spiegel niet herkent en vindt dat je er nog nooit zo belabberd hebt uitgezien.

Maar hoe kun je het dan goed doen? Vanuit de patiënt: geef je grenzen aan en wees eerlijk. Verzin een paar goede oneliners waarmee je een gesprek in voor jou goede banen kunt leiden of kunt ombuigen als je geen zin hebt in een gesprek over kanker, want je bent tenslotte meer dan dat.

Vanuit de omgeving: vraag wat iemand nodig heeft. Toon échte interesse, en vraag ook naar de gewone gang van zaken in het leven, niet alleen naar de kanker en luister!! Geef geen adviezen en vergelijk de situatie niet met iemand anders met borstkanker. En bovenal: vertel gerust ook hoe het met jezelf gaat, dat deden jullie toch altijd al?

Ik ben altijd uitgegaan van de beste intenties, dus heb me nooit laten kwetsen door opmerkingen die bij mij verkeerd vielen, maar je ziet dat ik ze wel nog weet. De mooie en ondersteunende opmerkingen overheersten gelukkig ruimschoots. En soms zat er zo’n pareltje tussen als deze van David, het toen 10 jarige beste vriendje van onze zoon. Hij belde op : “Hee, Jacq. met David. Hoe is het met je? Papa vertelde me dat je zo ziek bent. Wat ontzettend stom voor je. Ik hoop echt dat je snel beter wordt! Mag ik met Reinier spelen?”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.