Afgelopen week ontmoette ik veel nieuwe mensen en hoorde ik weer een paar keer: “Ben jij coach bij borstkanker? Is dat niet heel zwaar werk?”
Nee, dat is dus niet heel zwaar werk, dat is juist heel mooi werk. Ik heb alle tijd, rust, ervaring en expertise om in een traject met een cliënte van A naar B te reizen. Zij geeft aan wat er niet lekker loopt of goed gaat en wat haar wens zou zijn. Ik ga dan niet zeggen: “Oh, dan moet je zus en zo doen en dan komt het allemaal goed!” Was het maar zo makkelijk, dan zou ik al snel overbodig zijn.
We gaan samen op pad en door te vragen, te spiegelen, te prikken, te ondersteunen ontdekt de cliënte zelf de weg door het doolhof naar het midden, naar de plek waar ze graag wil zijn. Soms is een kleine hint van mij om links- of rechtsaf te slaan wel prettig, maar in het algemeen loopt zij haar eigen pad. En wat nou bijzonder is: die allereerste stap zetten, de weg naar de ingang van dat doolhof vinden is vaak langer en moeizamer. Want wanneer weet je dat je maar beter een steuntje in de rug kunt zoeken? En waar dan? Als het goed is kan een huisarts of verpleegkundig specialist in het ziekenhuis je daarbij helpen. Maar helaas… de realiteit is dat je het meestal alleen moet uitzoeken nadat de behandelingen zijn afgelopen en daarmee ook de frequente contactmomenten in het ziekenhuis.
Als je die ingang eenmaal gevonden hebt is het hard werken en soms confronterend, maar kom je wel uiteindelijk waar je zijn wil. Zeg nou zelf: dat is toch prachtig werk.