DOKTER, KUNT U DIT?

Dat vroeg ik op 20 juli 2006 aan de oncoloog toen hij mij vertelde dat ik borstkanker had. Hij legde ons uit welke vorm, welke graad etc. ik had en wat het behandelplan was. Het was goed mis, dat drong tot mij door, maar de details ontgingen mij op dat moment.
Mijn eerste reactie was: hoe moet ik dit de kinderen vertellen? Mijn tweede reactie was meteen de vraag: Kunt u dit behandelen of kan ik beter naar een ander, gespecialiseerd ziekenhuis gaan? Hij legde het gesprek stil, keek mij heel doordringend aan en zei: “Ja, dat kan ik. Voor mij is dit helaas routine.” Dat was voldoende voor mij. Nooit meer heb ik getwijfeld aan de behandeling of aan zijn oordeel. Dat wil niet zeggen dat ik niet kritisch ben gebleven, maar zijn antwoord op mijn vele vragen, tot de dag van vandaag, was altijd voldoende voor mij. En toen ik, in overleg met hem, in een ander ziekenhuis meer antwoorden zocht over de duur van de hormoontherapie, vroeg hij mij die arts de hartelijke groeten te doen en bespraken we samen de uitslagen.

Een van de eerste vragen die ik stel als ik een nieuw cliënte ontvang is: Heb je vertrouwen in de behandeling en in je behandelaar(s)? Vertrouwen in je medisch traject vormt het fundament voor hoe je omgaat met de diagnose kanker. Twijfels hebben over de diagnose, de behandeling of wat dan ook op het medische vlak maakt dat je op drijfzand leeft en dat staat je fysieke en geestelijke herstel in de weg.

Daarom ben ik blij dat er steeds meer publiciteit is voor het feit dat het heel gewoon is je eigen ziekenhuis te kiezen, om een andere arts te vragen of een second opinion aan te vragen. Als je een stuk eigen regie kunt behouden in het behandeltraject, zal het ook bijdragen aan je geestelijk welzijn. Lees hier het artikel van vandaag in het AD.

“Een second opinion vragen is bij kanker helemaal niet raar. Toch zijn er maar weinig mensen die erom vragen.”